Hernieuwbare Energietransitie (HER+)

Deze subsidie is bedoeld voor ondernemingen die innovatieve projecten uitvoeren op het gebied van duurzame energie. Je kunt aanvragen indienen als je een project hebt dat technisch en economisch risicovol is, en dat leidt tot CO2-vermindering in 2030. De regeling richt zich op: - Bedrijven die hernieuwbare energiebronnen inzetten - Organisaties die CO2-besparende technieken ontwikkelen - Projecten gericht op windenergie op zee - Initiatieven die duurzame energie combineren met opslag of slimme regelingen

Je kunt subsidie krijgen voor verschillende soorten innovatieprojecten: Hernieuwbare energiebronnen: - Energie uit water (waterkracht, aquathermie, osmose) - Zonne-energie - Windenergie en geothermische energie (bodem) - Verbranding en vergassing van biomassa - Vergisting van biomassa CO2-besparende technieken: - Projecten die hernieuwbare energieproductie goedkoper maken - Windenergie op zee projecten - Combinatie van opwekking en opslag van duurzame energie - Combinatie van opwekking en slimme regeling (smart grids) op decentraal niveau - Innovatieve toepassingen zoals zonnewarmte, kleinschalige zon-PV-systemen, ondiepe bodemenergie of buitenluchtwarmte met warmtepomp De subsidie dekt de kosten van het innovatieproject zelf. Je moet aantonen dat je project leidt tot kostenbesparing die groter is dan de aangevraagde subsidie.

De financiële details zijn als volgt: Totaal beschikbaar budget: €30.000.000 Subsidieintensiteit: - Voor SDE++-technieken: maximaal €300 per vermeden ton CO2 - Voor andere projecten: besparing moet groter zijn dan aangevraagde subsidie Vaststellingsregels (gewijzigd 27 februari 2023): - Voor subsidies tussen €25.000 en €125.000: je dient een bestuursverklaring in - Voor subsidies vanaf €125.000: je dient een controleverklaring in - RVO bepaalt vaststelling op basis van werkelijke kosten minus opbrengsten Beoordelingstermijnen: - Aanvraagbeoordeling: 8 weken (kan eenmalig met 8 weken worden verlengd) - Projectwijziging: 8 weken (kan eenmalig met 8 weken worden verlengd) - Vaststelling: 13 weken (kan eenmalig met 13 weken worden verlengd)

Je innovatieproject moet leiden tot CO2-vermindering in 2030De kostenbesparing moet groter zijn dan de aangevraagde subsidieVoor SDE++-technieken: het basisbedrag moet lager zijn dan het maximale basisbedrag uit SDE++Voor windenergie op zee: kostenvoordelen moeten groter zijn dan aangevraagde subsidieJe project moet technisch en economisch risicovol zijnJe moet voldoende inzicht geven in vooronderzoek en technische haalbaarheidJe projectplan moet een sterke businesscase bevattenSamenwerking tussen partijen moet evenwichtig zijnJe moet kwalitatief goede kennisverspreiding waarborgenVoor meerjarige projecten: jaarlijkse voortgangsrapportage verplichtBelangrijke projectwijzigingen moeten direct worden gemeld

Het aanvraagproces werkt als volgt: Stap 1: Controleer of je project voldoet aan de voorwaarden van HER+. Je innovatie moet leiden tot CO2-vermindering in 2030 en kostenbesparing opleveren. Stap 2: Onderbouw je kostenbesparing met berekeningen. RVO stelt hiervoor rekenmodellen beschikbaar. Voor windenergie op zee gebruik je het kostenmodel van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). Stap 3: Werk je projectplan uit met aandacht voor technische haalbaarheid, businesscase en marktintroductie. Toon aan dat je project kwalitatief goed is en dat de samenwerking tussen partijen evenwichtig is. Stap 4: Dien je aanvraag in via het online aanvraagportaal. Je kunt je aanvraag beheren via mijn.rvo.nl. Stap 5: RVO beoordeelt je aanvraag op volgorde van binnenkomst. De beoordelingstermijn is 8 weken, die kan eenmalig met 8 weken worden verlengd. Stap 6: Na goedkeuring ontvang je een subsidiebeschikking met details over betaling en verplichtingen. Stap 7: Tijdens uitvoering dien je jaarlijks voortgangsrapportages in (voor projecten langer dan 12 maanden). Na afloop vraag je vaststelling aan.

Let op deze belangrijke punten: Je project mag NIET gericht zijn op: - Ontwerpen en maken van milieuvriendelijke producten of machines (alleen demonstratie van productie) - Situaties waarin jij als subsidieontvanger geen direct milieuvoordeel behaalt - Voldoen aan nog niet in werking getreden Europese normen - CO2-afvang, -opslag en -hergebruik (inclusief blauwe waterstof) - Biobrandstoffen onder de bijmengverplichting - Tijdelijke of permanente opslag van CO2 op land Je moet aantonen dat: - De kostenbesparing groter is dan de aangevraagde subsidie - Je project technisch haalbaar is - Je een sterke businesscase hebt voor zowel producent als eindgebruiker - Je hebt nagedacht over marktintroductie en niet-technologische aspecten Belangrijke wijzigingen in je project moet je direct melden. Zonder toestemming riskeer je dat je geen subsidie krijgt voor gewijzigde onderdelen.