Groeifaciliteit: Deelnemen als ondernemer

De Groeifaciliteit is bedoeld voor ondernemers die hun bedrijf willen uitbreiden of overnemen. Je bedrijf moet in Nederland, Bonaire, St. Eustatius of Saba gevestigd zijn en je bedrijfsactiviteiten moeten daar overwegend plaatsvinden. Je kunt niet deelnemen als je bedrijf in één van deze sectoren actief is: - Landbouw, visserij en aquacultuur (behalve toelevering en dienstverlening) - Onroerend goed (behalve bemiddeling) - Financiële sector (banken, verzekeraars, beleggingsbedrijven) - Gezondheidszorg (aanbieders als bedoeld in de Wet marktordening gezondheidszorg)

Via de Groeifaciliteit kun je een garantie krijgen voor een lening. Deze garantie helpt je om makkelijker krediet van een bank of financier te krijgen. Het kapitaal dat je aantrekt mag je alleen gebruiken voor je eigen bedrijfsactiviteiten of voor bedrijfsovername(s).

Bedrijf is gevestigd in Nederland, Bonaire, St. Eustatius of SabaBedrijfsactiviteiten vinden overwegend in deze landen plaatsVoldoende rentabiliteits- en continuïteitsperspectievenFinanciering is niet ter vervanging van eerder krediet (tenzij voor bedrijfsopvolging met concrete verbetering)Geen bovenmatige kapitaalonttrekkingen in de laatste 12 maandenKapitaal is alleen voor eigen bedrijfsactiviteiten of bedrijfsovernameLening moet achtergesteld zijn op concurrente crediteurenAlleen persoonlijke borgstelling door aandeelhouder toegestaan

De Groeifaciliteit is momenteel gesloten voor nieuwe aanvragen. Voor meer informatie over het aanvraagproces kun je contact opnemen met het Ministerie van Economische Zaken of RVO.

De lening moet achtergesteld zijn op concurrente crediteuren. Dit betekent dat in geval van financiële problemen andere schuldeisers eerst worden betaald. Er mogen geen andere zekerheden gesteld worden dan persoonlijke borgstelling door de aandeelhouder. Verrekening van de achterstelling met vorderingen van de ondernemer is niet toegestaan. Als de lening aan een holding wordt verstrekt, geldt de achterstelling niet. Wel mag je alleen persoonlijke borgstelling door de aandeelhouder of verpanding van aandelen in dochtermaatschappijen gebruiken als zekerheid. Je bedrijf moet voldoende rentabiliteits- en continuïteitsperspectieven hebben. Er mogen geen bovenmatige kapitaalonttrekkingen in de afgelopen 12 maanden hebben plaatsgevonden.